CAPONNIÈRE EN TORPEDOSTATION

2-in-1

In de wal van Front I-II is een poort. Een hek en daarachter zware deuren. Die verbergen een lange gang naar een bijzonder gebouw. Dit gebouw had 2 taken. Dat is op zich niet bijzonder. Maar het was zowel een caponnière als het torpedostation. Die combinatie maakt het uniek in Nederland.

Diep onder de grond zijn 4 kamers. In de eerste pufte ooit een stoommachine. In de tweede stonden apparaten en accu’s met een hoogst explosief doel. De twee andere kamers hebben schietgaten. Het waren kazematten.

Caponnière

Dit gebouw is in 1880 gebouwd. Het staat hier in de eerste plaats omdat ook de kustbatterij zelf verdedigd moest worden. Stel dat een vijand zou aanvallen? En de vestinggracht zou oversteken? Dan opende het geschut in de 2 kazematten het vuur.

Het gebouw vervangt een bastion, want dat paste hier niet. Daarmee is het een caponnière. Want zo heet een kazemat die dienst doet als bastion. In 1880 ook heel modern.

Eerst stond er in elke kazemat een kanon. Oude voorladers die met ‘schroot’ schoten. Dat zijn blikken met kogellagers erin. Na een kleine verbouwing werden in 1890 mitrailleurs opgesteld. Toen waren dat hele moderne wapens. Alleen stonden ze er in 1940 nog steeds.
 

Torpedostation

Het torpedostation heeft niets met onderzeeboten te maken. In 1880 noemden militairen zeemijnen gewoon torpedo’s. Dat was geen probleem. Want de torpedo’s die wij nu kennen, bestonden nog niet. Vanuit dit gebouw werden zeemijnen in het Haringvliet bediend. Die lagen in rijen in de vaargeul. Vlak onder de kust.

Na jaren van proefnemingen was een heel slim systeem uitgedokterd. De mijnen lagen aan ankers. Hun plaats was bekend. Elke mijn was met een elektriciteitskabel aangesloten op een schakelpaneel. Dit stond in het torpedostation. Vanuit het torpedostation kon elke zeemijn apart aan of uit worden gezet. Dat voorkwam kettingreacties als er een mijn ontplofte. En zolang de vijand niet opdoemde, kon het scheepvaartverkeer gewoon doorgaan.

Voor het systeem was elektriciteit nodig. Dat kwam uit accu’s. Hoe laadde je die op? Daar was de stoommachine voor nodig. Hoe het allemaal precies werkte, vertellen de gidsen graag tijdens de rondleiding.